X bv exploiteert een groothandel in vis, schaal- en weekdieren en een rokerij. Het bedrijf loost afvalwater op het gemeentelijke riool vanuit de afdeling expeditie en vanuit de rokerij. De heffingsambtenaar van het waterschap Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier legt aan X bv een aanslag verontreinigingsheffing 2007 op van € 124.180,11. Voor wat betreft zuurstofbindende stoffen is de aanslag gebaseerd op een indeling van X bv in waterklasse 12. Dit op basis van twee metingen die het waterschap bij X bv heeft laten uitvoeren. X bv stelt dat het afvalwateronderzoek niet correct is uitgevoerd en bepleit indeling in waterklasse 8. Rechtbank Haarlem oordeelt dat met een vermindering in overeenstemming met waterklasse 11 elk nadeel dat X bv kan hebben ondervonden door de gehanteerde wijze van bemonstering door het hoogheemraadschap voldoende is gecompenseerd.
Hof Amsterdam oordeelt dat de afvalwateronderzoeken voldoende onderbouwing vormen voor indeling van het bedrijf van X bv in een hogere waterklasse dan klasse 8 met betrekking tot het zuurstofverbruik. Het hof is verder van oordeel dat de afvalwateronderzoeken voldoende onderbouwing kunnen geven voor indeling in waterklasse 12 en dat heffing kan plaatsvinden op basis van indeling in waterklasse 11 zoals de heffingsambtenaar uiteindelijk in hoger beroep voorstaat. Het hof ziet in hetgeen X bv naar voren heeft gebracht geen redenen om X bv in te delen in waterklasse 8, 9 of 10. Het hoger beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet verontreiniging oppervlaktewateren 22
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 24 april