Belanghebbende, X, heeft samen met zijn echtgenote het recht van erfpacht respectievelijk het recht van vruchtgebruik op drie aan elkaar grenzende percelen in de gemeente Medemblik. Twee percelen hebben een agrarische bestemming. Deze percelen liggen na de staking van het bedrijf van X grotendeels braak. In geschil is de WOZ-beschikking voor de drie percelen die door de heffingsambtenaar als één WOZ-object zijn aangemerkt.
Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente de drie percelen terecht als één WOZ-object heeft aangemerkt. Van alle percelen is X genothebbende krachtens beperkt zakelijk recht. Dat X twee van de percelen grotendeels braak laat liggen, laat onverlet dat X voor de toepassing van de Wet WOZ is aan te merken als gebruiker van de percelen. De percelen die aan elkaar grenzen hebben voldoende samenhang om deze als samenstel in de zin van art. 16 onderdeel d Wet WOZ aan te merken. De heffingsambtenaar maakt de WOZ-waarde van dit samenstel voldoende aannemelijk, zodat het hoger beroep van X ongegrond is.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 23 oktober