X is een tuinbouwbedrijf met drie locaties, die door de heffingsambtenaar elk als afzonderlijke WOZ-objecten zijn aangemerkt. X meent dat sprake is van één WOZ-object.
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de drie locaties van een tuinbedrijf vanwege de afstand tot elkaar en het gebrek aan functionele en organisatorische samenhang niet aangemerkt kunnen worden als één WOZ-object. Omdat één locatie op circa 4,1 km hemelsbreed van de andere twee ligt, is reeds daarom niet zonder meer sprake van geografische samenhang. De andere twee locaties liggen hemelsbreed op 500 meter afstand en zijn gescheiden door wegen en gebouwde en ongebouwde eigendommen van anderen. Hoewel deze locaties gebruikt worden voor hetzelfde doel, het telen van tomaten, zijn de productieprocessen op deze locaties niet van elkaar afhankelijk. De locaties hebben bij elkaar ook niet een grotere functionaliteit dan individueel. Er is geen sprake van functionele en organisatorische samenhang. Dat een niet essentieel deel van het productieproces vanwege efficiency wordt gedaan op één van de locaties, maakt dit niet anders.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Editie: 10 augustus