Staatssecretaris Van Rij van Financiën schetst in een brief aan de Tweede Kamer drie scenario’s voor rechtsherstel aan belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting in verband met de box 3-heffing (niet-bezwaarmakers).
Uit het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 2022, 21/03587, V-N 2022/23.4, volgt dat er geen juridische verplichting bestaat om niet-bezwaarmakers rechtsherstel te bieden. Politiek kan echter worden besloten om toch rechtsherstel te bieden. De drie geschetste scenario’s voor rechtsherstel zijn: Geen rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers; Volledig rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers; Gedeeltelijk rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers, met 4 verschillende opties.
De staatssecretaris wil een eventueel rechtsherstel bij wet regelen. Ook moet een overtuigende motivering worden gegeven die is toegesneden op de doelgroep van het rechtsherstel. Het bieden van volledig rechtsherstel aan niet-bezwaarmakers kost € 4,1 miljard. Hier komen de uitvoeringskosten en doorwerking naar andere regelingen nog bij. Bij volledig rechtsherstel komt meer dan de helft terecht bij belastingplichtigen met vermogens boven € 200.000.
Voor gedeeltelijk rechtsherstel zijn 4 opties uitgewerkt: rechtsherstel volgens de forfaitaire spaarvariant met maximering van herstelbedrag, of met een maximum aan vermogen, uitkering vast of variabel bedrag, en verhoging heffingvrije vermogen. Bij een aantal opties moet worden voorkomen dat bezwaarmakers slechter af zijn dan niet-bezwaarmakers, zoals bij de uitkering van een vast bedrag of de verhoging van het heffingvrije vermogen.
Naar verwachting komt het kabinet op Prinsjesdag 2022 met de uitkomst van de besluitvorming over mogelijk rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers.
Zie ook thema: Box 3.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Dossiers: Box 3
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 12 juli
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief