De bedrijfsactiviteiten van X bestaan uit de in- en verkoop van gebruikte personenauto’s, het demonteren van auto’s en de handel in sloopauto’s en onderdelen. In geschil is op welke wijze de globalisatieregeling en autodemontageregeling moeten worden toegepast in de tijdvakken 2012 en 2013. In beroep stelt X dat een gecombineerde berekening op basis van de globalisatieregeling moet worden gebruikt, waarin zowel de handel in margeauto’s als in slooponderdelen is opgenomen. De inspecteur stelt dat X een deel van de inkoopbedragen dubbel meeneemt in de berekening waardoor de berekende marge te laag is. De rechtbank oordeelt dat de heffingsaanslagen BTW over 2012 en 2013 juist zijn vastgesteld. X gaat in hoger beroep.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat een berekeningssystematiek waarbij één bedrag voor inkoop twee keer leidt tot een vermindering bij de bepaling van de heffingsmaatstaf niet in overeenstemming is met het systeem van de autodemontageregeling. Gelet hierop kan de berekeningswijze van X van de belaste winstmarge op de handelsactiviteiten niet worden gevolgd.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 4c
Wet op de omzetbelasting 1968 28d
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 15 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag