Hof 's-Hertogenbosch stelt vast dat X in het nadere stuk niet met bewijsstukken onderbouwt dat sprake is van drie participanten. Het hof gaat er vanuit dat X een éénpitter is. X geeft namelijk geen deugdelijke verklaring waarom bij de ontdekking van de fout deze fout niet zo spoedig als mogelijk is gemeld.
Het Duitse Spezial-Sondervermögen X houdt aandelen in Nederlandse vennootschappen. Zij verzoekt om teruggaaf van de op het dividend ingehouden dividendbelasting van 15%. Op 16 juni 2023 stelt X in een nader stuk dat zij drie participanten heeft, in plaats van één.
Hof 's-Hertogenbosch stelt vast dat X in het nadere stuk niet met bewijsstukken onderbouwt dat sprake is van drie participanten. Het hof gaat er daarom verder vanuit dat X een éénpitter is. X geeft namelijk geen deugdelijke verklaring waarom bij de ontdekking van de fout in januari 2023 deze fout niet zo spoedig als mogelijk is gemeld. Daarbij hecht het hof er belang aan dat de gemachtigde van X een professionele procespartij is en dat hij het hof en de inspecteur, nadat al die jaren zou zijn uitgegaan van een verkeerde feitenvaststelling, zo spoedig mogelijk op de hoogte had moeten stellen van de wijziging van zijn standpunt ten aanzien van de feiten. Nu dit niet is gebeurd en zelfs in het nadere stuk van 16 juni 2023 het gewijzigde standpunt niet met bewijs(stukken) is onderbouwd, volgt het hof X niet in haar stelling. Ten aanzien van het materiële geschilpunt verwijst het hof naar zijn uitspraak van 20 juli 2022 (20/00524, V-N 2022/50.25.6). X heeft geen recht op teruggaaf van de ingehouden Nederlandse dividendbelasting.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 10
Wet op de dividendbelasting 1965 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Dividendbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 24 juli