Mevrouw Schweier houdt een depot bij de LGT Bank in Liechtenstein AG. In het depot zitten ook deelnemingen in op de Kaaimaneilanden gevestigde beleggingsfondsen. Bij haar IB-aangiften verstrekt Schweier documenten die LGT aan haar ter beschikking heeft gesteld. De Duitse fiscus accepteert de aangiften niet en corrigeert de aangiften. Op grond van het AuslInvestmG heft de fiscus een forfaitaire belasting over het in de beleggingsfondsen geïnvesteerde kapitaal. Schweier is echter van mening dat het AuslInvestmG in strijd is met het EG-recht. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Advocaat-generaal (A-G) Mengozzi concludeert dat het Duitse AuslInvestmG betrekking heeft op kapitaalverkeer in verband met het verrichten van financiële diensten. De A-G overweegt hierbij dat het AuslInvestmG heffing van een forfaitaire belasting mogelijk maakt van nationale deelnemers in beleggingsfondsen die zijn gevestigd in een derde land of een hiermee gelijkgesteld land of gebied overzee.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 23 december