Het Hof van Justitie EU oordeelt dat H GmbH de Duitse Belastingdienst niet rechtstreeks kan verzoeken om teruggaaf van de Duitse BTW die zij heeft betaald aan E GmbH. Daarbij is van belang dat E GmbH abusievelijk Duitse BTW in rekening heeft gebracht in plaats van Italiaanse.

H GmbH verricht sale-and-leaseback-transacties voor E GmbH. In het kader van deze transacties koopt E GmbH motorboten van het Italiaanse E-sr. Omdat volgens partijen sprake is van een ICL wordt geen BTW in rekening gebracht. In het kader van de leaseovereenkomst wordt wel Duitse BTW in rekening gebracht die E GmbH afdraagt en door H GmbH in aftrek wordt gebracht. Omdat de boten zich echter ten tijde van de verkoop door E GmbH aan H GmbH in Italië bevinden, zijn de leveringen volgens de Duitse Belastingdienst belastbaar in Italië. H GmbH betaalt vervolgens de ten onrechte afgetrokken BTW weer terug aan de Duitse Belastingdienst. E GmbH, dat inmiddels in insolventie verkeert, krijgt de BTW terug met het advies om Italiaanse BTW in rekening te brengen. E GmbH volgt dit advies niet op. H GmbH verzoekt vervolgens om herberekening van de BTW. De Duitse fiscus honoreert dat verzoek niet.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat H GmbH de Duitse Belastingdienst niet rechtstreeks kan verzoeken om teruggaaf van de Duitse BTW die zij heeft betaald aan E GmbH. Daarbij is van belang dat E GmbH abusievelijk Duitse BTW in rekening heeft gebracht in plaats van Italiaanse. Verder is ook van belang dat de Belastingdienst de BTW al heeft terugbetaald aan E GmbH en E GmbH inmiddels in liquidatie verkeert.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht

Editie: 9 september

Informatiesoort: VN Vandaag

393

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen