Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X sinds zij AOW ontvangt niet meer premieplichtig is voor de AOW. X is als inwoner van Nederland nog wel de inkomensafhankelijke ZVW-bijdrage verschuldigd.

X woont sinds 1999 in Nederland en ontvangt Duitse Witwenrente en Alternrente. Vanaf 2020 ontvangt zij ook AOW. In geschil is of X over haar Duitse uitkeringen premie volksverzekeringen is verschuldigd. Volgens X zijn het pensioenen, waarvoor zij en haar – inmiddels overleden – echtgenoot destijds premies hebben betaald en klopt het niet dat zij als niet-werkende daarover in Nederland nogmaals premies voor sociale verzekeringen, waaronder de AOW en Zorgverzekeringswet, moet afdragen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X in Nederland woont en dat de sociale wetgeving van Nederland in beginsel exclusief op haar wereldinkomen van toepassing is. X was echter tot het moment waarop zij AOW ontving vrijgesteld van de premie voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Sinds zij AOW ontvangt, is zij niet meer premieplichtig voor de AOW. X is als inwoner van Nederland de inkomensafhankelijke ZVW-bijdrage verschuldigd over de ontvangen Witwenrente en Alternrente in 2021. Dit is conform de EG-verordening Vo 883/2004. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Zorgverzekeringswet 43

Zorgverzekeringswet 2

Wet financiering sociale verzekeringen 10

Wet financiering sociale verzekeringen 7

Wet financiering sociale verzekeringen 6

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Premieheffing

Editie: 12 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

127

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen