De Kreissparkasse Wiedenbrück is een kredietinstelling. De Kreissparkasse stelt het pro rata voor de aftrekbare voorbelasting vast op 13,55% (2009) en 13,18% (2010). Zij rondt deze percentages af naar 14%. De Kreissparkasse past dit percentage ook toe bij de berekening van het bedrag van de herziening over deze jaren. De Duitse fiscus is echter van mening dat de Kreissparkasse niet mag afronden. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat voor Duitsland geen verplichting geldt om de afrondingsregel van art. 175 lid 1 Btw-richtlijn toe te passen wanneer het aftrekbare gedeelte wordt berekend op basis van een van de afwijkende methodes van art. 173 lid 2 Btw-richtlijn. Verder merkt het Hof van Justitie EU nog op dat een lidstaat, als zij het aftrekbare gedeelte berekent op basis van een van de methodes van art. 173 lid 2 Btw-richtlijn (of art. 17 lid 5 Zesde Btw-richtlijn), de afrondingsregel van art. 175 lid 1 Btw-richtlijn bij herziening alleen hoeft toe te passen wanneer deze regel is toegepast om het oorspronkelijke bedrag van de aftrek te bepalen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 17 juni