Hof Amsterdam oordeelt dat een tegen een beslissing op een informatieverzoek op de voet van art. 40b Wet WOZ gericht bezwaar niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Hetzelfde geldt voor het bezwaar tegen de dwangsombeslissing. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Belanghebbende heeft een informatieverzoek bij de gemeente ingediend. In geschil is of Rechtbank Amsterdam terecht heeft beslist dat bij de beslissing op het informatieverzoek op de voet van art. 40b Wet WOZ (thans art. 40a Wet WOZ) geen kostenvergoeding voor de bezwaarfase behoefde te worden toegekend en dat voor een tweede bestreden besluit geen dwangsom verschuldigd is.
Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2022/1845) oordeelt dat een tegen een beslissing op een informatieverzoek op de voet van art. 40b Wet WOZ gericht bezwaar niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Hetzelfde geldt voor het bezwaar tegen de dwangsombeslissing. Als gevolg van de niet-ontvankelijk verklaring heeft belanghebbende geen recht op kostenvergoeding voor de bezwaarfase, aangezien het primaire besluit niet is herroepen als bedoeld in art. 7:15 Awb. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de gevraagde dwangsom samenhangt met de niet voor bezwaar vatbare beslissing op een verzoek op de voet van art. 40b Wet WOZ en dat in zo'n geval ook tegen de beslissing van het dwangsomverzoek geen beroep openstaat. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:55d
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Wet waardering onroerende zaken 40a
Wet waardering onroerende zaken 40
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 6 juni