Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat uit de omstandigheid dat de heer X inmiddels is gescheiden, niet volgt dat de rekening bij KB Lux is opgeheven. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, de heer X, en zijn ex-echtgenote zijn door de inspecteur geïdentificeerd als rekeninghouders van KB Lux. In geschil zijn diverse (mede) met behulp van de verlengde navorderingstermijn aan X opgelegde aanslagen, alsmede verhogingen c.q. boetes (hierna samen: boetes) van 100%. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in 1990 tot en met 1994 het hoogste persoonlijke inkomen had. Op de zitting verklaart de inspecteur namelijk dat er over die jaren geen gegevens over X meer zijn. Deze aanslagen en boetes worden daarom vernietigd. X stelt vergeefs dat hij nimmer rekeninghouder van KB Lux is geweest. In het BVR-systeem van de Belastingdienst komt namelijk maar één persoon voor met dezelfde voor- en achternaam gecombineerd met de achternaam van zijn ex-echtgenote. De overige aanslagen zijn redelijk voortvarend voorbereid en vastgesteld. In verband met het overschrijden van de redelijke termijn worden de boetes gematigd met 20% en krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1500. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag (MK I, 28 januari 2015, BK-14/00149 t/m BK-14/00169, V-N 2015/25.1.2) oordeelt dat uit de omstandigheid dat de heer X inmiddels is gescheiden, niet volgt dat de rekening bij KB Lux is opgeheven. Het is aan X om met bescheiden aannemelijk te maken dat in verband met de scheiding mutaties hebben plaatsgevonden. Aan deze bewijslast voldoet X niet. Het saldo op de rekening was eind 1994 relatief en absoluut omvangrijk. Over bestedingen en overboekingen is niets gesteld. Het is dus aannemelijk dat X ook in de jaren daarna een rekening in het buitenland had en daaruit inkomsten genoot. Het bewijs moet worden omgekeerd en verzwaard. De schattingen van de inspecteur zijn voorts redelijk. Ook voor het overige is het beroep van X ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 3 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen