Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank de aanvullende gronden van X, die een dag voor de zitting zijn ingediend, terecht buiten beschouwing heeft gelaten.

X maakt bezwaar tegen een bedrag van € 56 aan betekeningskosten dwangbevel voor het niet tijdig betalen van een aanslag lokale belastingen ter grootte van € 181,70. De invorderingsambtenaar verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De rechtbank verklaart het beroep gegrond omdat het bezwaar om de verkeerde reden niet-ontvankelijk is verklaard. Het bezwaar is wel op tijd ingediend maar onvoldoende gemotiveerd. In hoger beroep is in geschil of de aanvullende gronden van X terecht niet door de rechtbank zijn geaccepteerd. 

Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank de aanvullende gronden van X, die een dag voor de zitting zijn ingediend, terecht buiten beschouwing heeft gelaten. In hoger beroep worden de aanvullende gronden wel behandeld. De invorderingsambtenaar heeft het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van de bezwaargronden. De lopende klachtenprocedure leidt niet automatisch tot uitstel voor de motivering van het bezwaar. Verder voorziet de Kostenwet invordering rijksbelastingen niet in de mogelijkheid tot de door X bepleite matiging van de dwangbevelkosten wegens vermeende disproportionaliteit. Het staat de rechtbank vrij de zaak definitief af te doen zonder terugwijzing. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Kostenwet invordering rijksbelastingen 3

Algemene wet bestuursrecht 8:72

Algemene wet bestuursrecht 8:69

Algemene wet bestuursrecht 8:58

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 5 november

Informatiesoort: VN Vandaag

390

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen