De aandelen van belanghebbende, X bv, zijn in handen van D. D is tevens werknemer van X bv. Daarnaast is D vennoot bij een accountantskantoor in de vorm van een vennootschap. In zijn eigen woning heeft D een werkkamer zonder sanitaire voorzieningen. X bv heeft kosten voor inrichting en beveiliging van deze werkkamer betaald en niet als loon voor de loonheffing meegenomen. De beveiliging hangt samen met bedreiging van D door een oud-cliënt van de vennootschap. De inspecteur legt naheffingsaanslagen loonbelasting op met een vergrijpboete van 50%, omdat D fiscale kennis heeft en geweten moet hebben dat de verstrekking van de inrichting van de werkkamer en de beveiliging loon vormen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de uitgaven voor de inrichting van de werkkamer en de beveiliging terecht tot het loon gerekend zijn. De rechtbank vernietigt wel de boete. Naar het oordeel van de rechtbank is de enkele omstandigheid dat een gedraging van een derde zoals een personeelslid of externe kracht wordt toegerekend aan een rechtspersoon niet genoeg om opzet of grove schuld van de rechtspersoon aan te nemen. Dat D beschikt over fiscale kennis is onvoldoende om grove opzet of schuld te bewijzen. De Belastingdienst moet tenminste stellen welke personen betrokken zijn bij de loonaangifte en welke kennis zij hierover hebben.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 31
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 30
Wet op de loonbelasting 1964 39c
Wet op de loonbelasting 1964 17
Wet op de loonbelasting 1964 11
Algemene wet bestuursrecht 8:45
Algemene wet bestuursrecht 8:28
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 5 september