Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het smartengeld dat een politieagent ontvangt in verband met een dienstongeval een vrije vergoeding is.

Belanghebbende, X, is politieagent. Tijdens zijn werk raakt X blijvend verlamd. Hij ontvangt een eenmalige uitkering van € 136.100 die door zijn werkgever is gebruteerd tot € 283.614. In geschil is of de uitkering belast is.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het smartengeld dat een politieagent ontvangt in verband met een dienstongeval een vrije vergoeding is. Het hof maakt uit de rechtspositionele regeling op dat er sprake is van een smartengeldvergoeding voor invaliditeit die voortvloeit uit een dienstongeval of een beroepsziekte. Met deze vergoeding beoogt de werkgever volgens het hof niet zozeer politieambtenaren te belonen, maar dient hij vooral de aan hem opgedragen publieke dienstverlening. Tegen deze achtergrond moet de uitkering worden gerekend tot de vergoedingen die naar algemene maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren in de zin van art. 11 lid 1, aanhef en onderdeel a, in verbinding met art. 15, aanhef en onderdeel b, van de Wet LB 1964 (tekst 2009, vgl. HR 30 januari 2015, nr. 13/03776, V-N 2015/8.13). Het gelijk is dus aan X. Het hof realiseert zich dat X door de onderhavige uitspraak per saldo een hoger nettobedrag aan smartengeld ontvangt dan uit de rechtspositionele regeling voortvloeit, maar merkt op dat dit een aangelegenheid is tussen werkgever en werknemer.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 11 en 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 mei

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen