De Eerste Kamer heeft op 6 maart 2018 ingestemd met nieuwe geharmoniseerde regels met betrekking tot vouchers. Deze moeten een einde maken aan een aantal onduidelijkheden wat betreft de btw-heffing over goederenleveringen en dienstverrichtingen waarbij vouchers als tegenprestatie worden gebruikt. Het wetsvoorstel is als hamerstuk afgedaan.

Het wetsvoorstel strekt ertoe de voucherrichtlijn (V-N 2016/36.15, TaxVisions editie 15 juli 2016) te implementeren in de Wet OB 1968. De nieuwe regels hebben in het bijzonder betrekking op de definitie en de soorten van vouchers, het al dan niet heffen van btw bij transacties met vouchers en de maatstaf van heffing bij belaste transacties met een voucher. Bij de implementatie is er naar gestreefd de bepalingen in het wetsvoorstel ook wat de formulering betreft zo nauwkeurig mogelijk te laten aansluiten op de tekst van de voucherrichtlijn. Het wetsvoorstel moet 1 januari 2019 in werking treden.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 7 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen