Staatssecretaris Idsinga van Financiën heeft de Eerste Kamer geïnformeerd over zowel de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling binnen het kabinet in de nieuwe samenstelling als over het door het kabinet beoogde tijdpad voor de uitvoering van de drie moties van Koffeman c.s. en Visseren-Hamakers c.s. (V-N 2023/59.19) inzake de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.
Volgens de staatssecretaris zijn de Staatssecretarissen 'Fiscaliteit en Belastingdienst', 'Jeugd, Preventie en Sport' en 'Toeslagen en Douane' verantwoordelijk voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting. De motie Koffeman c.s. betreft het niet langer laten vallen van dranken zonder toegevoegde suikers onder de verhoogde heffing verbruiksbelasting alcoholvrije dranken. De motie Visseren-Hamakers c.s. ziet op het uitstellen van de invoeringsdatum van de nieuwe verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken tot 1 januari 2025. Beide moties zijn reeds afgedaan door de contourenbrief (V-N 2024/23.19). Het nieuwe kabinet beraadt zich momenteel welk gevolg zij aan de contourenbrief gaat geven. De motie Visseren-Hamakers c.s. inzake het invoeren van een nultarief in de nieuwe verbruiksbelasting voor dranken die geen toegevoegde suikers bevatten, is afgedaan per brief van 20 december 2023, Kamerstukken I 2023/24, 36418, AG. Hierbij is aangegeven dat het niet mogelijk is om door middel van een motie van een reeds door het parlement aangenomen wet af te wijken.
Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 30 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag