De in het wetsvoorstel Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen opgenomen keuzerecht op een eenmalige uitkering, kan in de uitvoering tot verschillende complexe situaties leiden. Daarom wil de Eerste Kamer de invoering van het bedrag ineens tot 2023 uitstellen.

In de tussentijd kan dan een alternatieve uitvoering worden gezocht die minder complex is, beter communiceerbaar en substantieel lagere uitvoeringskosten kent, en draagvlak heeft bij de uitvoeringsorganisaties. De Eerste Kamer nam op 19 januari 2021 een motie van die strekking aan.

De regering wordt verzocht de modaliteiten van het keuzerecht nader te preciseren en om ongewenste effecten te voorkomen, de regelingen zo nodig aan te passen, zoals bijvoorbeeld door een uitzondering van het bedrag ineens op de huurtoeslag.

Het wetsvoorstel zelf is reeds op 12 januari 2021 door de Eerste Kamer aanvaard.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 20 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen