Een nationale heffing op nieuw plastic heeft als doel de productie en gebruik van nieuw plastic af te remmen en daarmee mogelijk het aandeel plastic recyclaat te vergroten. Uit de verkenning blijkt dat een belasting het makkelijkst vorm te geven is op het moment dat kunststof korrels en poeder worden doorverkocht aan producenten van plastic. Het aantal belastingplichtigen is dan relatief beperkt tot 15 bedrijven en importeurs en het product dat wordt belast is homogeen en goed meetbaar. Verder is het stimuleren van recyclaat relatief makkelijk door deze uit te zonderen van belasting.
Het risico is wel dat een belasting op Nederlandse kunststof korrels en poeder zorgt voor meer import uit het buitenland om de heffing te vermijden. Hierdoor ontstaat een weglekeffect, wat de effectiviteit van belasting beperkt en een negatief gevolg heeft voor de concurrentiepositie van Nederland. Een alternatief is dat Nederland pleit voor een heffing op plastic binnen de EU.
Naast het invoeren van een belasting op plastic zijn er ook andere beleidsinstrumenten mogelijk. Voorbeelden hiervan zijn de verhoging van plasticrecycling doelen voor diverse sectoren, het invoeren van een verplicht minimumaandeel recyclaat in nieuw plastic dat op de Nederlandse of Europese Markt wordt afgezet en het verbieden van plastic bij zwerfafvalgevoelige producten.
Het aankomend kabinet moet de route van een nationale heffing op plastic verder uitwerken. Hier is verdergaand onderzoek voor nodig naar varianten en alternatieven met de bijbehorende effecten.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Milieuheffingen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 16 juni