X is meervoudig gehandicapt en beschikt in 2018 over een mobiele tillift. Deze lift is in december 2013 aangeschaft, waarvoor toen een aanbetaling van € 100 heeft plaatsgevonden. In geschil is de aftrek van de specifieke zorgkosten in 2018. Volgens X is zijn eigen bijdrage voor de Wet langdurige zorg in dat kader ook aftrekbaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X zich voor de aftrek van de WLZ-bijdrage terecht beroept op het vertrouwensbeginsel. Die bijdrage is namelijk vergelijkbaar met de AWBZ-bijdrage, die vanaf 1 januari 2009 niet meer aftrekbaar is. In het kader van de aanslag IB/PVV 2011 heeft de inspecteur zich bij brief van 2 mei 2014 echter uitdrukkelijk op het standpunt gesteld dat de AWBZ-bijdrage toch aftrekbaar is. Dit standpunt werkt door naar de Wlz-bijdrage in 2018. Per 1 januari 2014 zijn uitgaven voor woningaanpassingen niet langer aftrekbaar als specifieke zorgkosten. Dat betekent dat de afschrijvingskosten van de mobiele tillift niet aftrekbaar zijn. De overgangsregeling van vóór 2014 aangeschafte hulpmiddelen (zie V-N 2014/16.14) is niet van toepassing op de mobiele tillift. Om hiervoor in aanmerking te komen, had X in 2013 de eerste afschrijving moeten claimen. X heeft slechts een gedeelte van de aankoopprijs van de mobiele tillift in 2013 betaald. Het beroep van X is gegrond. De aanslagregeling is onzorgvuldig geweest, zodat X over de vermindering belastingrente vergoed krijgt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.18

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17