Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat een belanghebbende die bezwaar maakt tegen de WOZ-waarde van een bedrijfspand recht heeft op verstrekking van een taxatiekaart ook als een verzoek hiertoe niet wordt herhaald op de hoorzitting.
X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-beschikking 2020 van een sportcomplex.
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat een belanghebbende die bezwaar maakt tegen de WOZ-waarde van een bedrijfspand recht heeft op verstrekking van een taxatiekaart ook als een verzoek hiertoe niet wordt herhaald op de hoorzitting. Het taxatieverslag dat X wel heeft ontvangen bevat nauwelijks informatie. Het verslag is niet inzichtelijk en daardoor is het voor X onmogelijk de door de heffingsambtenaar genoemde keuzes, aannames en gebruikte gegevens te controleren. In zo’n geval hoeft X zijn verzoek om stukken niet te concretiseren of te herhalen tijdens de hoorzitting. De rechtbank wijkt hiermee af van haar richtsnoeruitspraak Rb. Midden-Nederland 5 juli 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2890, V-N 2021/38.17. Omdat X in beroep wel de gevraagde informatie heeft gehad, passeert de rechtbank het gebrek uit de bezwaarfase. De rechtbank verklaart het beroep tegen de WOZ-waarde ongegrond, maar kent X wel een ISV van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
Editie: 24 augustus