Rechtbank Noord-Holland veroordeelt in een WOZ-procedure de eigenaar van een bedrijfspand in de proceskosten van de heffingsambtenaar.

Belanghebbende, X, schakelt een gemachtigde in die voor hem de WOZ-beschikking 2021 aanvecht.

Rechtbank Noord-Holland veroordeelt in een WOZ-procedure de eigenaar van een bedrijfspand in de proceskosten van de heffingsambtenaar. Door de wijze waarop de gemachtigde van X procedeert, heeft de heffingsambtenaar extra kosten moeten maken in de vorm van inhuur van een externe WOZ-taxateur. De rechtbank wijst op de veelheid aan niet relevante betogen en stellingen over covid, de oorlog in Oekraïne, de crisis in Nederland en een zogenoemde pinpointbrief van 52 pagina’s die nagenoeg geheel bestaat uit een brij van niet ter zake dienende stukken. Ondanks dat de gemachtigde al meermalen is gewaarschuwd over zijn procesgedrag, ook bij andere rechtbanken, heeft hij volhard in zijn wijze van procederen die reeds jarenlang wordt volgehouden. De rechtbank veroordeelt X tot betaling van een proceskostenvergoeding van € 375 aan de gemeente. Ondanks de overschrijding van de redelijke termijn heeft X geen recht op een ISV. Dit omdat ook de termijnoverschrijding toe te schrijven is aan het procesgedrag van de gemachtigde van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 22 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

81

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen