Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de vakantiewoningen van X tot zijn box 3-vermogen behoren. Er is geen sprake van bijzondere omstandigheden die een herkwalificatie tot winst uit onderneming rechtvaardigen.

Belanghebbende, X, is eigenaar van meer dan 20 vakantiewoningen op het A-park. In zijn IB-aangiften t/m 2007 merkt hij de woningen als box 3-vermogen aan. Het beheer van het park was tot en met 2006 in handen van derden. Sinds eind 2006 is het beheer en de exploitatie van het park in handen van D bv. C, de zoon van X, is directeur en enig aandeelhouder van D bv. In verband met het slechte rendement verricht X vanaf 2008, onbezoldigd, werkzaamheden voor D bv. Vanaf 2008 geeft X de resultaten van de exploitatie van de vakantiewoningen aan als winst uit onderneming, dan wel ROW. De inspecteur corrigeert de aangifte. Hij stelt dat er sprake is van box 3-vermogen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X onvoldoende aannemelijk maakt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die een herkwalificatie kunnen rechtvaardigen. De rechtbank acht daarbij met name van belang dat in de positie van X met ingang van 1 januari 2008 geen wijziging is opgetreden. De rechtbank wijst er daarbij op dat X niet zelf naar buiten toe als eigenaar/verhuurder optreedt, en dat de verhuur geschiedt via een verhuurorganisatie. Verder merkt de rechtbank op dat X formeel noch feitelijk als beheerder kan worden aangemerkt, omdat D bv verantwoordelijk blijft voor alle beheerwerkzaamheden. Ook merkt de rechtbank nog op dat de beheerwerkzaamheden voor rekening en risico van D bv plaatsvinden, en niet voor rekening en risico van X. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.1

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet inkomstenbelasting 2001 2.14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 7 februari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen