Belanghebbende, X, beheert een website met een online donatiemodule voor de bij haar aangesloten goede doelen. X ontvangt hiervoor van deze goede doelen een provisie van maximaal 10%. X is opgezet door haar directeur/bestuurder. Deze directeur is haar enige werknemer en ontvangt voor zijn werkzaamheden een salaris. X heeft vanaf 2008 de status van algemeen nut beogende instelling (anbi). Op 16 april 2012 maakt de inspecteur zijn voornemen kenbaar om de beschikking per 15 mei 2012 in te trekken.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het enkele feit dat door X diensten worden verleend grotendeels jegens anbi's, dit X zelf niet tot een anbi maakt. X verleent tegen vergoeding diensten op het gebied van ICT en internet voor fondsenwervende instellingen. Het is aannemelijk dat het (voort)bestaan van X vooral van belang is voor (de inkomsten van) de directeur en pas in de tweede plaats voor de aangesloten instellingen. X beroept zich vergeefs op het vertrouwensbeginsel, ondanks dat bij de totstandkoming in 2011 van de Geefwet is gesteld dat het niet de bedoeling is om alle anbi's opnieuw te beoordelen. De inspecteur kan een standpunt namelijk altijd intrekken door kenbaar te maken dat hij dat standpunt niet meer huldigt. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 7 november