Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heer X vanwege de gekunstelde wijze van factureren onmiskenbaar wist dat de betreffende kosten niet voor aftrek in aanmerking zouden komen. De IB-navorderingsaanslagen zijn dus terecht.

Belanghebbende, de heer X, is samen met zijn echtgenote sinds 1997 eigenaar van een onroerende zaak. Het betreft hun eigen woning. Deze is – met uitzondering van de naastgelegen fruitloods – op verzoek van X in 1999 een rijksmonument geworden. Vanaf dat jaar is de woning grondig gerestaureerd, onderhouden en verbeterd. Van de kosten is destijds € 441.656 als aftrekbare onderhoudskosten aangemerkt. Ook in latere jaren claimt X met succes persoongebonden aftrek voor het onderhoud. In geschil zijn de IB-navorderingsaanslagen over 2006, 2008, 2009 en 2010. Volgens de inspecteur heeft X facturen (laten) vervalsen, waardoor onder meer niet-aftrekbaar binnenschilderwerk en de aankoop van meubilair als onderhoudskosten zijn aangemerkt. X is daarvoor inmiddels strafrechtelijk veroordeeld.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X vanwege de gekunstelde wijze van factureren onmiskenbaar wist dat de betreffende kosten niet voor aftrek in aanmerking zouden komen. Door de facturen vervolgens bij zijn administrateur in te leveren, was het onmiskenbaar de bedoeling van X om te hoge onderhoudskosten te claimen. Een deel van het onderhoud heeft betrekking op de loods. De verklaring van X dat hij niet wist dat de loods niet onder de rijksmonumentenbescherming valt, is niet geloofwaardig. X heeft de aanwijzing als rijksmonument namelijk zelf in gang gezet. De gehandhaafde aftrek van onderhoudskosten berust op redelijke schattingen van de inspecteur. De beroepen van X zijn ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3:111

Wet inkomstenbelasting 2001 6:31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 5 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen