X nv is sinds 2013 eigenrisicodrager voor de WGA. Per 1 januari 2017 vindt er een wetswijziging plaats, waardoor een eigenrisicodrager WGA met ingang van 1 januari 2017 niet alleen het risico draagt voor personeel met een vast dienstverband, maar ook voor personeel met een flexibel dienstverband. A, de verzekeraar van X bv, maakt op 11 januari 2017 een polisblad op. Omdat hij niet tijdig (uiterlijk 31 december 2016) een garantieverklaring ontvangt, beëindigt de inspecteur op 3 februari 2017 het eigenrisicodragerschap van X nv. Vervolgens geeft A op 13 februari 2017 een garantieverklaring af, die op 17 februari 2017 door de Belastingdienst wordt ontvangen. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht het eigenrisicodragerschap van X nv heeft beëindigd. X nv gaat in cassatie.
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat beslissend is of de inspecteur vóór 1 januari 2017 beschikte over informatie waaruit hij had kunnen afleiden dat X nv haar bestaande eigenrisicodragerschap wilde voortzetten. Nu is gebleken dat A pas medio februari 2017 de benodigde gegevens heeft verstrekt, kon de inspecteur ook niet eerder weten dat X nv haar eigenrisicodragerschap wilde voortzetten. Dit verhindert ook dat de inspecteur X nv in de gelegenheid kon stellen iets aan te vullen met een geldige garantieverklaring. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 122e
Wet financiering sociale verzekeringen 40
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 3 september