Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente X zich voor de in geschil zijnde reiskostenvergoedingen niet kan beroepen op de goedkeuring uit het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. De verschuldigde afdracht eindheffing dient in stand te blijven.

Werknemers van de gemeente X hebben recht op een IKB. Zij kunnen dit besteden aan bepaalde doelen, waaronder een aanvullende reiskostenvergoeding. In het Besluit noodmaatregelen coronacrisis (Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 14 april 2020, Stcrt. 2020, 2229312) staat een goedkeuring opgenomen voor het ‘ongewijzigd door laten lopen’ van vaste reiskostenvergoedingen. De toegekende vaste reiskostenvergoeding wordt dan niet tot het loon gerekend, ook al wordt als gevolg van de coronamaatregelen niet voldaan aan de wettelijke eis van art. 31a lid 2 Wet LB 1964. De gemeente X betaalt gedurende de lockdown de aanvullende reiskostenvergoeding door, ook aan werknemers die niet aan het wettelijke vereiste voldoen. De inspecteur past op de betaling van die vergoeding de eindheffing toe. De gemeente X beroept zich op het besluit en op algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In hoger beroep is in geschil of de gemeente X aan de goedkeuring opgenomen in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis dan wel in de daaropvolgende besluiten een gerechtvaardigd vertrouwen kon ontlenen waardoor over de onderhavige reiskostenvergoedingen geen loonheffing is verschuldigd. 

Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente X zich voor de in geschil zijnde reiskostenvergoedingen niet kan beroepen op de goedkeuring uit het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. De goedkeuring ziet op het ongewijzigd door laten lopen van vaste reiskostenvergoedingen die reeds vóór 13 maart 2020 toegekend waren, en de gemeente X kan op grond van het besluit niet redelijkerwijs menen dat ná die datum toegekende reiskostenvergoedingen ook onder de goedkeuring vielen. De omstandigheid dat de werknemers ook voor die datum een onvoorwaardelijk recht op IKB hadden, maakt dit niet anders. Ook in situaties waarin recht op IKB bestaat dient loonheffing te worden afgedragen over na de datum aan werknemers toegekende vaste reiskostenvergoedingen. Van strijd met het algemene beginselen is geen sprake. De verschuldigde afdracht eindheffing dient in stand te blijven. Het hoger beroep van de gemeente X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 2 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

227

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen