Belanghebbende, aannemersbedrijf X bv, beschikt over drie bestelauto’s die worden gebruikt voor het vervoer van de werknemers en materiaal. De bestelauto's worden doorgaans gebruikt door een vast tweetal werknemers met wie X bv gebruikersovereenkomsten heeft gesloten. Er worden geen kilometeradministraties bijgehouden. X bv past voor de loonheffing met betrekking tot de drie bestelauto's de eindheffing doorlopend afwisselend gebruik (art. 31 lid 1, onderdeel d, Wet LB 1964) toe. De inspecteur is het daar niet mee eens. Hij neemt bijtellingen privégebruik auto in aanmerking. Gevolg is de in geschil zijnde naheffingsaanslag loonheffing met een vergrijpboete.
Volgens Hof Den Haag heeft X bv telkens één auto ter beschikking gesteld aan twee werknemers gelijktijdig. Niet na te gaan is wie, wanneer, gedurende welke rit met welk doel (zakelijk of privé), de auto bestuurt en gebruikt. Verder komt het voor dat een andere werknemer, niet behorende tot het vaste tweetal de bestelauto bestuurt of meerijdt. Daarmee is de bestelauto doorlopend afwisselend in gebruik bij twee of meer werknemers van wie bezwaarlijk is vast te stellen of en aan wie die auto ter beschikking is gesteld. X bv mag de regeling eindheffing doorlopend afwisselend gebruik toepassen. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 31