X ontvangt in 2017 een afkoopsom van een lijfrenteverzekering met een afkoopwaarde van € 12.675. X stelt dat hij € 10.305 aan lijfrentepremies nooit heeft afgetrokken. X geeft met een beroep op de saldomethode een belastbare afkoopsom van € 2.370 aan. De inspecteur gaat bij de aanslagregeling uit van een bedrag van € 4.894 aan niet afgetrokken lijfrentepremies en een belastbare afkoopsom van € 7.781. In geschil is de hoogte van de belastbare afkoopsom.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij meer dan € 4.894 aan betaalde premies niet in aftrek heeft gebracht. Weliswaar overlegt X diverse bescheiden, waaronder aangiften, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat X geen lijfrentepremies in aftrek heeft gebracht. X stelt in bewijsnood te verkeren, omdat hij niet meer over de aanslagen beschikt. Dat kan de inspecteur echter niet worden tegengeworpen. Dat de inspecteur evenmin over de aanslagen beschikt, kan niet tot de conclusie leiden dat van X geen bewijs mag worden verlangd. X' beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30i
Wet inkomstenbelasting 2001 3.137
Wet inkomstenbelasting 2001 3.133
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 31 december