Hüttenwerke Krupp Mannesmann GmbH exploiteert een staalfabriek. In de hoogoveninstallatie van de fabriek wordt ruwijzer geproduceerd. Hierbij wordt ijzererts door onttrekking van zuurstof omgevormd in ruwijzer (chemische reductie). Die reactie vindt plaats bij hoge temperaturen en vereist hete perslucht. De voor de chemische reductie gebruikte perslucht wordt met behulp van compressoren gegenereerd en in de hoogoven geblazen. Hüttenwerke Krupp Mannesmann GmbH verzoekt om belastingvrijstelling voor de elektriciteit die zij voor de aandrijving van de compressoren gebruikt. De Duitse fiscus honoreert het verzoek van Krupp niet. Volgens de fiscus komt namelijk alleen de elektriciteit die voor chemische reductieprocessen wordt afgenomen in aanmerking voor belastingvrijstelling. Het fiscale voordeel kan enkel worden verkregen wanneer de elektriciteit hoofdzakelijk voor chemische reductie wordt gebruikt. In casu wordt de elektriciteit volgens de fiscus vooral voor de aandrijving van een motor voor het genereren van perslucht gebruikt. De elektriciteit wordt dan niet benut voor de chemische reductie van ijzererts. De Duitse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de elektriciteit voor de aandrijving van compressoren niet is te beschouwen als elektriciteit die ‘voornamelijk wordt gebruikt voor chemische reductie'. Het Hof van Justitie EU wijst er hierbij op dat energieproducten en elektriciteit die op vergelijkbare wijze worden gebruikt, voor de afbakening van de werkingssfeer anders niet meer op dezelfde wijze zouden worden behandeld, zoals de wetgever van de EU heeft gewenst.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 8 september