Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op een belastingvrijstelling, omdat de Zetelovereenkomst expliciet bepaalt dat Nederlandse onderdanen en personen die duurzaam verblijf houden in Nederland geen privileges genieten.
X is werkzaam bij het Europees Octrooi Bureau (EOB). X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. X is het niet eens met de heffing van inkomstenbelasting over zijn box 3-inkomen. Hij beroept zich op het gelijkheids-, vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel en stelt ongelijk te worden behandeld ten opzichte van buitenlandse werknemers die na tien jaar verblijf in Nederland nog belastingvrij blijven.
Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op een belastingvrijstelling, omdat de Zetelovereenkomst expliciet bepaalt dat Nederlandse onderdanen en personen die duurzaam verblijf houden in Nederland geen privileges genieten. Het hof verwijst naar eerdere arresten van de Hoge Raad (o.a. HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:22, V-N 2015/4.4) en oordeelt dat er geen sprake is van ongelijke behandeling. De vrijstelling voor bepaalde buitenlandse werknemers vloeit voort uit internationaal recht en niet uit begunstigend beleid. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt, omdat de uitlatingen van de Minister van Financiën in de Tweede Kamer geen specifieke, bindende toezeggingen vormen. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 39
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Editie: 18 maart
Informatiesoort: VN Vandaag