De Belastingdienst heeft enkele (navorderings)aanslagen IB/PVV en vermogensbelasting opgelegd aan erflater in verband met inkomsten uit een buitenlandse bankrekening die hij zou hebben (gehad) bij KB Lux. Belanghebbenden stellen als erfgenamen beroep in tegen deze aanslagen.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat belanghebbenden het gerechtvaardigde vermoeden dat erflater rekeninghouder was bij KB Lux voldoende hebben ontzenuwd. De rechtbank neemt hierbij het volgende in aanmerking. De echtgenote van erflater heeft van meet af aan ontkend dat haar echtgenoot een buitenlandse bankrekening heeft gehad en zij heeft samen met haar dochter een bezoek aan de KB Lux gebracht waar een medewerker van de bank hen heeft verteld dat erflater geen rekening heeft (gehad). De Belastingdienst heeft vervolgens niet gereageerd op de vraag van de erfgenamen hoe zij aan hun bewijslast kunnen voldoen alsmede op hun aanbod om samen een bezoek te brengen aan de bank in Luxemburg. Ook hebben de erfgenamen een aantal schriftelijke verzoeken naar de bank verstuurd. Een medewerker gaf aan een openingsformulier en rekeningafschriften te sturen indien er een rekening gevonden zou worden. Dit is niet gebeurd. Nu het de rechtbank bekend is dat KB Lux geen verklaringen afgeeft aan personen die geen cliënt zijn, is de rechtbank van oordeel dat de erfgenamen er alles aan hebben gedaan wat redelijkerwijs van hun verwacht kon worden om aannemelijk te maken dat erflater geen rekeninghouder was. Dat erflater in eerste instantie het bestaan van de rekening (impliciet) heeft erkend, doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank verklaart het beroep van de erfgenamen gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 4 oktober