Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een bedrijfspand dat zij op 1 augustus 2014 heeft aangekocht voor € 530.000. Partijen zijn het erover eens dat de WOZ-waarde 2015 het beste kan worden bepaald door uit te gaan van het eigen verkoopcijfer met een correctie omdat het bedrijfspand op erfpachtgrond staat en vanwege de prijspeilontwikkeling. De heffingsambtenaar heeft de erfpachtcorrectie berekend door de erfpachtcorrectie voor de overdrachtsbelasting ad € 200.691 te corrigeren naar het prijspeil van 1 januari 2014. De waardering komt daarmee uit op € 205.500. Volgens X bv had de heffingsambtenaar juist een prijspeilcorrectie naar beneden moeten toepassen in verband met een stijgende marktprijs na 1 januari 2014.
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de gemeente bij het bepalen van de erfpachtcorrectie voor de WOZ-waarde niet gebonden is aan de methode die wordt gebruikt voor de overdrachtsbelasting. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat hij met een meer reële wijze van berekenen tot een aanzienlijk hogere erfpachtcorrectie zou zijn gekomen dan op basis van de correctie die hij nu heeft toegepast. Als de heffingsambtenaar nl. een prijspeilcorrectie naar beneden had moeten toepassen (zoals X bv betoogt), zou dat gecompenseerd worden door een hogere erfpachtcorrectie. De heffingsambtenaar heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Amsterdam
Editie: 13 april