Rechtbank Den Haag oordeelt dat niet van alle houders van een gehandicaptenparkeerkaart kan worden verwacht dat zij op internet onderzoek doen naar het parkeerregime in de gemeente.

X is houder van een gehandicaptenparkeerkaart. X parkeert op 10 juli 2014 zijn auto (met de kaart achter de voorruit) op een parkeerplaats in de gemeente Den Haag waar parkeerbelasting verschuldigd is voor het parkeren. In geschil is of de gemeente hem terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd. Op de parkeerplaats mag niet gratis worden geparkeerd met een gehandicaptenparkeerkaart. X stelt dat dit niet voldoende kenbaar is.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat niet van alle houders van een gehandicaptenparkeerkaart kan worden verwacht dat zij op internet onderzoek doen naar het parkeerregime in de gemeente. Hoewel algemeen gebruikelijk, kunnen vaardigheden met internet en mobiel telefoonverkeer niet in alle gevallen als vanzelfsprekend worden aanvaard. X heeft (enkel) op de parkeermeter naar aanwijzingen gezocht over de verschuldigdheid van parkeerbelasting. Dit is volgens de rechtbank voldoende. Van X kan gelet op zijn handicaps, zoals door zijn begeleider ter zitting toegelicht, in redelijkheid niet meer onderzoek verwacht worden dan hij heeft verricht. Het beleid van de heffingsambtenaar dat er op geen enkele manier coulance wordt betracht bij personen die om wat voor reden dan ook niet op de hoogte zijn van het gewijzigde parkeerbeleid voor gehandicapten, laat onverlet dat de rechtbank in individuele gevallen toetst of aan de onderzoeksplicht is voldaan. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de naheffingaanslag parkeerbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 3 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen