Rechtbank Den Haag oordeelt dat de navorderingsaanslag IB/PVV 2015 voor autohandelaar X berust op een redelijke schatting. De navorderingsaanslag blijft in stand. Voor de vergrijpboete oordeelt de rechtbank dat de inspecteur alleen grove schuld heeft bewezen.

X, een handelaar in gebruikte auto’s, is het niet eens met de navorderingsaanslag IB/PVV 2015. De inspecteur vindt dat essentiële onderdelen ontbreken in de administratie en dat X doelbewust het risico neemt dat er te weinig belasting wordt geheven. Hij legt een navorderingsaanslag inclusief vergrijpboete op met toepassing van omkering van de bewijslast.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de navorderingsaanslag IB/PVV 2015 voor autohandelaar X berust op een redelijke schatting. Uit het controle rapport blijkt dat de inspecteur de omzetcorrecties heeft gebaseerd op aansluitingsverschillen tussen de vastleggingen en de jaarrekening, geconstateerde niet-geboekte ontvangsten, negatieve kassaldi en het resultaat van de vermogensvergelijking. De navorderingsaanslag blijft in stand. Voor de vergrijpboete oordeelt de rechtbank dat de inspecteur gelet op de uitspraak van de Hoge Raad van 31 maart 2023, 21/01297, V-N 2023/16.16 voorwaardelijk opzet niet heeft bewezen. De administratie kent weliswaar ernstige tekortkomingen, maar dit is onvoldoende om eiser de voor opzet vereiste bewustheid te verwijten. Grove schuld wordt wel bewezen. De rechtbank vermindert de boete eerst tot 25% en vervolgens tot 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 23 november

Informatiesoort: VN Vandaag

276

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen