Belanghebbenden zijn de kinderen en erfgenamen van de op 29 januari 2009 overleden heer Y. Zij verkrijgen de certificaten van een BV, die een bungalowpark exploiteert. Belanghebbenden bestrijden de opgelegde aanslagen in het recht van successie. De onderliggende geschilpunten betreffen de waardering van de certificaten, de vraag of de activiteiten van de BV als ondernemingsactiviteiten of beleggingsactiviteiten zijn aan te merken en of de bedrijfsopvolgingsfaciliteit van toepassing is.
Rechtbank Haarlem beoordeelt de in het kader van de waardebepaling gestelde vraag of belanghebbenden vertrouwen kunnen ontlenen aan correspondentie met de Belastingdienst, in positieve zin. Belanghebbenden kunnen aan de brief die zij op 1 april 2010 van de heer T. van de bevoegde eenheid van de Belastingdienst hebben ontvangen het vertrouwen ontlenen dat de Belastingdienst weloverwogen een standpunt heeft ingenomen en akkoord gaat met aftrek van 30% wegens het aankooprisico van een potentiele gegadigde voor het bungalowpark. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de BV een materiele onderneming drijft. De BV voert alle voorkomende werkzaamheden die samenhangen met en voortvloeien uit de exploitatie van het bungalowpark in eigen beheer uit. De daadwerkelijke werkzaamheden gaan wat betreft omvang en aard passief vermogensbeheer te boven. Nu sprake is van een materiële onderneming is niet in geschil dat belanghebbenden een beroep kunnen doen op de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting
Instantie: Rechtbank Haarlem
Editie: 5 februari