Belanghebbende, mevrouw X, exploiteert een escortbureau. De escortdame wordt meestal door een taxichauffeur naar de klant gebracht. Het standaardtarief is € 100 voor 1 uur en € 275 voor 3 uur. De klant betaalt vooraf aan de dame. De dame geeft telefonisch door wanneer de dienstverlening begint en moet het melden als de dienst langer gaat duren dan is afgesproken. Na afloop meldt de dame zich verplicht af. In geschil is de btw-naheffingsaanslag en de vergrijpboete van 20%. Volgens de inspecteur is X btw verschuldigd over de totale vergoeding die de klant betaalt. X stelt dat zij slechts bemiddelt en dus alleen btw is verschuldigd over haar provisie. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X tegen vergoeding gelegenheid geeft tot seksuele omgang waarvan de verrichtingen van de dame deel uitmaken. Het is dus aannemelijk dat de dame uitvoering geeft aan de tussen X en de klant bestaande rechtsverhouding. Als een klant namelijk een klacht heeft over een dame, dan wendt de klant zich tot X en tracht X de klacht op te lossen in de hoop dat hij klant zal blijven. Het maakt niet uit de dame voor extra handelingen meer geld van de klant kan vragen en dat zij dit extra geld zelf kan houden. De boete is niet terecht, omdat de inspecteur niet bewijst dat X grove schuld heeft. X heeft gehandeld na overleg met haar boekhouder. Wegens de forse overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 5.500. De vergoeding X die in een andere procedure ontving (zie V-N 2013/22.18), staat hier geheel los van. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 4
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 23 september