Estland kent een Wet inzake lokale belasting die territoriale lichamen het recht toekent om als lokale belasting een belasting op verkoop in te stellen. Het tarief van de belasting op verkoop mag niet meer bedragen dan 1% van de in de verkoopprijs begrepen waarde van bepaalde goederen of diensten. Viking Motors AS is van mening dat deze Estse belasting op verkoop in strijd is met het EU-recht. De Estse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Estse lokale belasting op verkoop niet in strijd is met het EU-recht. Volgens het Hof van Justitie EU drukt zij namelijk niet op vergelijkbare wijze als de btw op de handelstransacties, en heeft de belasting ook niet het karakter van btw in de zin van art. 401 Btw-richtlijn. Het Hof van Justitie EU merkt daarbij op dat aan de belastingplichtigen niet de verplichting wordt opgelegd om het bedrag van de belasting op te nemen in de verkoopprijs, noch om op de aan de koper verstrekte factuur afzonderlijk het te betalen bedrag van die belasting te vermelden. Het is derhalve aan de detailhandelaar om er voor te kiezen of hij zelf de belasting op zich neemt.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 9 augustus