Rechtbank Den Haag oordeelt dat het EU-verdedigingsbeginsel niet van toepassing is, omdat de BPM een zuiver binnenlandse heffing is. Bovendien gaat dit beginsel niet zover dat de heer X vooraf gehoord had moeten worden.
De heer X doet in mei 2016 BPM-aangifte inzake een kampeerauto Bürstner Aviano uit Duitsland met 31 maart 2015 als datum van eerste toelating. De aangifte is gebaseerd op de koerslijstwaarde van een gesloten bestelauto Fiat Ducato 35 2.3 MJ L4H2 met de aanduiding ‘kampeerauto’. X voldoet aldus € 6.207 aan BPM. In geschil is de naheffingsaanslag van € 2.555, alsmede de 10% verzuimboete. De inspecteur gaat uit van de forfaitaire afschrijvingstabel, aangezien de kampeerauto niet voorkomt op een actuele koerslijst. X beroept zich primair op het EU-verdedigingsbeginsel, aangezien hij de vooraankondiging van de naheffing niet heeft ontvangen en dus vooraf ten onrechte niet is gehoord.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het EU-verdedigingsbeginsel niet van toepassing is, omdat de BPM een zuiver binnenlandse heffing is. Bovendien gaat dit beginsel niet zover dat X vooraf gehoord had moeten worden. De naheffing is voorts niet in strijd met art. 110 VWEU (zie HR 12 mei 2017, nr. 15/03459, V-N 2017/26.15). In dat arrest is uitgemaakt dat de afschrijving van een kampeerauto niet gelijk is aan die van een gesloten bestelauto. Pas op de zitting stelt X dat de aanslag te hoog is. Deze stelling wordt daarom tardief verklaard. De verzuimboete is ook passend en geboden. Het is namelijk voldoende dat de naheffing stand houdt. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 12 november