De heer X doet BPM-aangifte voor een Audi A7 Sportback met schade. Volgens zijn aangifte is de verschuldigde BPM € 989. In geschil is de naheffing van (uiteindelijk) € 439. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat bij het opleggen van de naheffingsaanslag het EU-verdedigingsbeginsel is geschonden door hem vooraf niet te horen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het EU-verdedigingsbeginsel niet verder strekt dan dat X vooraf zijn opmerkingen over de naheffing kenbaar moet kunnen maken. De inspecteur heeft X deze gelegenheid geboden en X heeft hier geen gebruik van gemaakt. Het verdedigingsbeginsel is dus niet geschonden. X maakt voorts niet aannemelijk dat de herstelkosten hoger zijn dan 72% van de schade. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 16 september