X is eigenaar van een vrijstaande woning met aanbouw gelegen in de gemeente Vlaardingen. In geschil is de WOZ-waarde 2011 van de woning. Rechtbank Rotterdam acht de door de gemeente vastgestelde waarde van € 364.000 niet te hoog.
Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank op goede gronden het beroep van X tegen de WOZ-waarde heeft afgewezen. De rechtbank oordeelde onder meer dat bij de WOZ-waardering geen rekening kan worden gehouden met het feit dat de grond onder de woning in erfpacht is uitgegeven. In hoger beroep heeft X nog gewezen op de onroerende zaak van de buren die een veel lagere WOZ-waarde heeft gekregen (€ 210.000). Het hof merkt op dat deze onroerende zaak een woonwinkelpand is die niet goed vergelijkbaar is met de woning van X. Het hof hecht verder geloof aan de verklaring van de heffingsambtenaar dat deze onroerende zaak mogelijk abusievelijk een te lage waarde heeft gekregen. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 15 januari