Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van het winkelpand met hetgeen hij heeft aangevoerd aannemelijk heeft gemaakt. Met hetgeen X aanvoert over onder andere de eventuele wateroverlast in de kelder, maakt hij een lagere waarde niet aannemelijk.
De WOZ-waarde 2017 van het object van X is door de heffingsambtenaar van Belastingen Bollenstreek vastgesteld op € 616.000. Het betreft een op een A1-locatie gelegen winkelpand met een winkelruimte van 200 m², een opslagruimte van 75 m² en een kelderruimte van 42 m².
Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde met hetgeen hij heeft aangevoerd aannemelijk heeft gemaakt. Volgens het hof zijn de bij de bepaling van de huurwaarde gehanteerde vergelijkingsobjecten wat ligging en uitstraling betreft voldoende vergelijkbaar met het pand van X. Hij heeft de huurprijzen van de referenties dan ook terecht als uitgangspunt genomen. Verder verwerpt het hof de stelling van X dat onvoldoende rekening is gehouden met de wateroverlast in de kelder. Volgens het hof is er geen sprake meer van een zodanige overlast dat de kelder niet voor opslag bruikbaar zou zijn. Ten aanzien van eventuele toekomstige wateroverlast stelt het hof vast dat de gemeente al werkzaamheden heeft verricht om dat te voorkomen, en dat het Hoogheemraadschap eventuele schade voor haar rekening neemt.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 19 april
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief