Belanghebbende, X, exploiteert met medevennoot Y een coffeeshop. Naar aanleiding van een boekenonderzoek krijgt X navorderingsaanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2004 t/m 2007 opgelegd plus over elk jaar een vergrijpboete van € 16.000. X stelt dat er sprake is van een ambtelijk verzuim dat navordering in de weg staat.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de inspecteur op grond van de eerdere boekenonderzoeken niet hoefde te twijfelen aan de juistheid van de aangiften voor de onderhavige jaren. Het feit dat in het verleden onregelmatigheden zijn geconstateerd brengt niet mee dat iedere aangifte van X aan een nadere controle moet worden onderworpen. Verder verwerpt de rechtbank het standpunt van X dat de inspecteur een nader onderzoek had moeten instellen omdat het brutowinstpercentage tussen 50 en 60 procent ligt, wat onder het landelijk gemiddelde is. De rechtbank oordeelt vervolgens dat X niet aan de administratieplicht heeft voldaan omdat hij geen kasadministratie heeft bijgehouden terwijl hij veel contante ontvangsten en uitgaven had en hij ook geen kascontrole heeft uitgevoerd. De door de inspecteur aangebrachte winstcorrecties berusten op redelijke schattingen. Omdat de grondslag van de boetes is vastgesteld met toepassing van omkering van de bewijslast ziet de rechtbank aanleiding om de boeten te matigen met 10%, dus tot € 14.400.