In het Staatsblad is het Besluit experiment pensioenregeling zelfstandigen gepubliceerd, dat 1 juli 2023 in werking treedt.

Per 1 juli 2023 wordt het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling gewijzigd als gevolg van de aanpassing van de regeling voor nettopensioen.

De Wet toekomst pensioenen en het Besluit toekomst pensioenen treden 1 juli 2023 in werking. Er gelden echter enkele uitzonderingen.

Het Besluit toekomst pensioenen is in het Staatsblad gepubliceerd. Dit besluit stelt nadere regels voor veel van de onderwerpen uit de Wet toekomst pensioenen.

Voor het bepalen van de omvang van de RVU-drempelvrijstelling is het moment van betaling van de eerste uitkering relevant. Dit staat in een V&A (vraag en antwoord) van het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst.

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over de toekenning van beursgenoteerde aandelen om niet met een vervreemdingsverbod. Bij het bepalen van de waarde van de aandelen op het genietingsmoment voor de inhouding en afdracht van loonheffingen kan een afwaardering worden toegepast.

De Wet toekomst pensioenen is in het Staatsblad gepubliceerd. Deze wet wijzigt de Pensioenwet, de Wet IB 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel en enkele andere wijzigingen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X onder de nieuwe WLZ-regelgeving de zorg niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico aan de zorgbehoevenden kan aanbieden.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur het verdedigingsbeginsel heeft geschonden voor zover de naheffingsaanslag ziet op de correcties voor de BTW-belaste hockeylessen.

Het Ministerie van Financiën heeft een internetconsultatie gestart over het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2026.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat zowel de publiekrechtelijke lichamen als de bijzondere leden bij X zijn ‘aangesloten’ zoals bedoeld in het Besluit voor ondernemersverenigingen. Voor de publiekrechtelijke lichamen is niet vereist dat zij 100% economische activiteiten moeten uitoefenen.

Als het kabinet de salderingsregeling in 2027 afschaft, loopt de terugverdientijd van zonnepanelen flink op. Consumenten die in dat jaar panelen kopen, verdienen hun investering pas na gemiddeld 13,7 jaar terug. Dat blijkt uit onderzoek van Berenschot in opdracht van Vereniging Eigen Huis. De vereniging roept de politiek op met alternatieve maatregelen te komen om de aanschaf van zonnepanelen aantrekkelijk te houden en consumenten te beschermen.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de activiteit van X VOF niet is aan te merken als het enkel verhuren van kramen. De BTW-vrijstelling is niet van toepassing.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur het teruggaafverzoek omzetbelasting voor de kosten van de bouw van een nieuwbouwwoning terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens te late indiening.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X aan het Vastgoedbesluit (Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 12 december 2023, 2023-26908, Stcrt. 31602, V-N 2024/11.2) het vertrouwen kan ontlenen dat de klinkerbestrating kwalificeert als gebouw. De klinkerbestrating ligt op een toplaag die is afgegraven en vormt een samenhangend geheel met de aanwezige drainage en terreinverlichting.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X voor de kavels 6, 7, 9, 10 en 11 geen vertrouwen kan ontlenen aan het Vastgoedbesluit, omdat op die kavels de terreinverlichting ontbreekt. Daarom kwalificeert de levering van de appartementsrechten op die kavels als de levering van een bouwterrein dat is belast met BTW.

De Kennisgroep omzetbelasting OVI stelt dat een provincie die een auto en laadpaal ter beschikking stelt aan een werknemer, die deze ook in privé mag gebruiken, recht heeft op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds (BCF) voor de in rekening gebrachte BTW.

Advocaat-generaal Ettema concludeert dat de BTW-vrijstelling niet van toepassing is op de verhuur van verplaatsbare houten kisten door X. Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie EU volgt dat een goed onroerend is als sprake is van een vast met de grond verbonden constructie die niet gemakkelijk demonteerbaar of verplaatsbaar is.