Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X terecht is aangemerkt als belastingplichtige voor de toeristenbelasting.
Belanghebbende, X, is exploitant van een recreatiepark. Een deel van deze vakantiewoningen verhuurt X ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten. De arbeidsmigranten zijn niet op het adres van het recreatiepark ingeschreven. In geschil is of de aanslag toeristenbelasting terecht aan X is opgelegd. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X terecht is aangemerkt als belastingplichtige voor de toeristenbelasting. Uit de gedingstukken blijkt dat X de vakantiewoningen als verhuurder aanbood voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Tevens is gebleken dat X ook verantwoordelijk is voor het leveren van diverse diensten, zoals het leveren van nutsvoorzieningen. X is daarom naar het oordeel van de rechtbank terecht als belastingplichtige aangemerkt en niet het uitzendbureau zoals X stelt. De rechtbank verwijst hier naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad van 17 juni 2016 (V-N 2016/13.18) en van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 februari 2018 (V-N 2018/8.32). Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 28 juni