Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aanleg, onderhoud en uitbreiding van de begraafplaatsen, alsmede de uitgifte van grafrechten niet door de gemeente worden verricht in het kader van een specifiek overheidsregime. De gemeente heeft dus ten onrechte een uitkering uit het btw-compensatiefonds gekregen.

De gemeente Krimpen aan den IJssel exploiteert twee begraafplaatsen. Volgens de gemeente handelt zij in dat kader als overheid en heeft zij recht op volledige btw-compensatie. De inspecteur stelt dat de gemeente een (vrijgestelde) btw-ondernemer is en dat zij dus geen recht heeft op compensatie. Volgens de Hoge Raad (16 januari 2015, nr. 13/00721, V-N 2015/8.16) zijn de brieven waarmee de inspecteur om terugvordering verzoekt van de uitkeringen uit het btw-compensatiefons niet aan te merken als beschikkingen in de zin van art. 9 lid 4 Wet op het BTW-compensatiefonds. De besluiten vallen niet binnen de rechtsmacht van de belastingrechter, maar van de algemene bestuursrechter. De zaak werd verwezen. Rechtbank Den Haag (10 september 2015, nr. 15/2273, V-N 2015/63.3) verklaarde zich onbevoegd. Naar aanleiding hiervan zijn partijen overeengekomen om over 2007 opnieuw te gaan procederen. In geschil is de betreffende terugvorderingsbeschikking. Niet in geschil is dat wel sprake is van economische activiteiten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aanleg, onderhoud en uitbreiding van de begraafplaatsen, alsmede de uitgifte van grafrechten niet door de gemeente worden verricht in het kader van een specifiek overheidsregime (zie HvJ EU 14 december 2000, nr. C-446/98, V-N 2001/3.20). De plicht van de gemeente om een gemeentelijke begraafplaats te hebben en de plicht om zorg te dragen voor lijkschouwing en lijkbezorging als niemand anders daarin voorziet, brengt niet mee dat de gemeente met betrekking tot de exploitatie van de begraafplaatsen optreedt als overheid. Een gemeentelijke begraafplaats is namelijk slechts eigendom van de gemeente. De exploitatie kan in handen zijn van de gemeente, maar dat is niet verplicht. Het feit dat de begraafplaatsen overdag vrij voor het publiek toegankelijk zijn, brengt ook niet mee dat de exploitatie daarmee een publieke taak is. Het beroep van de gemeente is ongegrond. Tegen deze uitspraak kunnen partijen hoger beroep instellen bij de belastingkamer van Hof Den Haag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 27 juli

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen