De Hoge Raad oordeelt dat er, ten aanzien van de prestaties van de NYSE, de DB en A, geen sprake is van een enkele, samengestelde prestatie. Ook bevestigt de Hoge Raad het oordeel van het hof over de rack space.

Belanghebbende, X bv, is, als ‘financial trading company' en ‘market maker' lid van diverse beurzen, waaronder de NYSE en de Deutsche Börse (DB). Naast het lidmaatschap van de NYSE en de Deutsche Börse neemt X bv ook diverse diensten af van deze organisaties. De inspecteur is van mening dat X bv voor deze diensten btw is verschuldigd ex art. 12 lid 2 Wet OB 1968. X bv stelt dat de diensten, tezamen met het lidmaatschap van de NYSE en de Deutsche Börse, zijn vrijgesteld ex art. 11 lid 1 sub i onder 2 Wet OB 1968 (handelingen inzake effecten en andere waardepapieren of de bemiddeling daarbij). Tevens neemt X bv diensten af van A, voor het handelen op beurzen waarvan zij geen lid is. Een van die diensten betreft het ter beschikking stellen van een rek of stelling in een ruimte (rack space), zo dicht mogelijk bij de beurs, voor hardware (Equipment) van X bv. Volgens X bv is ter zake van deze terbeschikkingstelling sprake van de verhuur van onroerende zaken, en is de plaats van deze dienst niet in Nederland. Hof Amsterdam oordeelt dat de diensten voor de btw-heffing afzonderlijk van het lidmaatschap moeten worden beoordeeld, en derhalve niet tezamen met het lidmaatschap een dienst vormen. De diensten zijn volgens het hof dan ook niet van btw-heffing vrijgesteld. Ter zake van de ‘rack space'-diensten stelt het hof vast dat de essentie van deze dienst niet het ter beschikking krijgen van een ruimte in een onroerende zaak is. Volgens het hof is het X bv namelijk voornamelijk te doen om plaatsing van apparatuur in de nabijheid van de beurs als onderdeel van het geheel van door A verrichte diensten, zodat art. 6b Wet OB 1968 hier toepassing mist. Het gelijk is aan de inspecteur. X bv gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat er, ten aanzien van de prestaties van de NYSE, de DB en A, geen sprake is van een enkele, samengestelde prestatie. De Hoge Raad wijst er daarbij met name op dat binnen de kring van afnemers van dezelfde diensten het belang bij het afnemen van die diensten tussen groepen afnemers onderling verschilt. Vervolgens stelt de Hoge Raad vast dat er geen sprake is van bemiddelingsdiensten, en dat het hof dan ook terecht voorbij is gegaan aan de stelling van X bv dat recht bestaat op de btw-vrijstelling voor bemiddelingsdiensten. Ook bevestigt de Hoge Raad nog het oordeel van het hof over de rack space.

Lees ook het thema Diverse btw-vrijstellingen onder de loep

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 12

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 6b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 16 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen