Concern X drijft een onderneming in leer en halffabricaten van leer. X sluit in november 2010 een overeenkomst van opdracht met A bv die ertoe strekt dat A bv haar fiscaal zal adviseren over haar concernstructuur. A bv adviseert X om haar merkenrechten over te dragen aan een vennootschap in Hong Kong en de groepsmaatschappijen van het concern met deze vennootschap licentieovereenkomsten te laten sluiten om tegen vergoeding van de merkenrechten gebruik te blijven maken. A bv verzuimt echter in het fiscale advies om X op een bepaalde voorwaarde te wijzen waaraan voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor de deelnemingsvrijstelling. X stelt A bv vervolgens aansprakelijk vanwege schade die is geleden door onjuiste fiscale advisering.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat van A bv als redelijk handelend (internationaal) fiscaal adviseur mag worden gevergd dat zij X op alle voorwaarden om in aanmerking te komen voor de deelnemingsvrijstelling had moeten wijzen. Door dit niet te doen heeft A bv een beroepsfout gemaakt en onrechtmatig gehandeld. De schade bedraagt in elk geval de vennootschapsbelasting, die nu wordt geheven over uitgekeerde dividenden welke belasting niet zou zijn geheven indien juist zou zijn geadviseerd, tot het moment van het ontdekken van de beroepsfout. De rechtbank wijst niet alle door X gevorderde schade toe. Met het advies van A bv zijn namelijk twee van de drie beoogde fiscale voordelen wél behaald.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Verbintenissenrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 22 juni