Het kabinet acht het fiscaal stimuleren van afkoop van bovenwettelijke vakantiedagen onwenselijk. Dit heeft Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Hamer en Groot (beiden PvdA).

Brief Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 28 augustus 2013, nr. 2013-0000116174  

Het kabinet acht het fiscaal stimuleren van afkoop van bovenwettelijke vakantiedagen onwenselijk. Dit heeft Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Hamer en Groot (beiden PvdA). Hamer en Groot willen weten wat de bewindsman vindt van het voorstel om voor de verkoop van verlofdagen tijdelijk een lager belastingtarief te hanteren. Het staat werkgevers en werknemers vrij om afspraken te maken over het afkopen van bovenwettelijke vakantiedagen. Dat is nu al mogelijk. Fiscaal wordt de afkoop van vakantiedagen beschouwd als loon dat belast wordt naar het tarief zoals dat geldt voor de werknemer die afkoopt. Afkoop tegen een tijdelijk lager tarief zou leiden tot een ongelijke behandeling tussen werknemers die wel de beschikking hebben over een aantal af te kopen dagen en werknemers die dat niet hebben. Verder zet het de deur open naar tariefsarbitrage. Een werknemer kan immers afstand doen van een deel van het salaris in ruil voor een hoger aantal vakantiedagen om vervolgens deze vakantiedagen tegen een veel lager belastingtarief af te kopen. Tenslotte merkt de bewindsman op dat het heel moeilijk in te schatten is of dit plan een positief effect zal hebben op de economie. 

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 2 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen