Veel landen willen geen medewerking verlenen aan het achterwege laten van een afzonderlijk sporters- en artiestenartikel in belastingverdragen om sporters en artiesten alleen te belasten in de woonstaat. Zij voelen zich gesteund door het feit dat zowel het OESO-modelverdrag als het VN-modelverdrag uitgaat van belastingheffing in het land van optreden.
Het Nederlandse beleid is er nu op gericht aansluiting te zoeken bij de internationaal gangbare praktijk van belastingheffing in de bronstaat, maar om verschillende uitzonderingen hierop af te spreken. In het commentaar bij het OESO-modelverdrag zijn verschillende opties opgenomen die, indien wordt voldaan aan de voorwaarden, regelen dat belastingheffing in het land van optreden alsnog achterwege wordt gelaten. Zo wordt ingezet op een drempelbedrag, zodat Nederlandse sporters en artiesten (uiteindelijk) uitsluitend in het woonland aan belastingheffing worden onderworpen als zij onder het drempelbedrag blijven.
Verder wordt ingezet op de mogelijkheid dat de sporter of artiest op diens verzoek in het land van optreden op nettobasis wordt belast, hetgeen leidt tot minder dubbele belastingheffing. Tevens wordt erop ingezet dat inkomsten van sporters en artiesten van wie het optreden grotendeels (meer dan 50%) gefinancierd wordt uit publieke middelen voor de belastingheffing uitsluitend aan de woonstaat zijn toegewezen.
Bovenstaande optionele maatregelen uit het commentaar bij het OESO-modelverdrag maken geen onderdeel uit van het sporters-en artiestenartikel van het OESO-modelverdrag, waardoor andere landen mogelijk slechts één of geen van deze optionele uitzonderingen op de bronstaatheffing zal accepteren.
Om de ongelijkheid in de onderhandelingspositie weg te nemen wordt onderzocht of het wenselijk is om de belastingplicht voor buitenlandse sporters en artiesten die in Nederland optreden te (her)introduceren. Dit kan bijdragen aan een beter onderhandelingsresultaat voor de Nederlandse sporters en artiesten die in het buitenland actief zijn.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 25 januari